Begeleiding bij jouw manier van leren

Lesaanbod / Deel naar geheeld 

In veel gevallen wordt er gewerkt van deel naar geheel. (bottum up). Het totale aanbod van de basisschool is in stukken uit elkaar gehaald. Je kunt het zien als een puzzel met allemaal puzzelstukjes. Elk leerjaar biedt zo zijn eigen puzzelstukjes aan. Wat er wordt aangeboden is vastgelegd in leerlijnen. Misschien herken je wel dat in groep 1/2 al letters worden aangeboden en dat je in groep 3 leert lezen. Groep 4 kenmerkt zich bijvoorbeeld door de tafels en in groep 5 komen de deelsommen. Elk stukje aanbod leidt tot een eindresultaat van wat je zou moeten kennen en kunnen in groep 8.

Het aanbod wordt vaak gegeven door gebruik te maken van methodes.
Dit betekent dat het algemene aanbod en de methode waarmee dit aanbod wordt onderwezen helemaal is vastgelegd. Voor kinderen die moeite hebben met de stof, worden de puzzelstukjes nog kleiner gemaakt.


MAAR

niet ieder kind is gebaat bij een aanbod dat stukje voor stukje wordt onderwezen. Sommige kinderen krijgen liever de gehele puzzel aangeboden en bekijken dan welke puzzelstukjes nader onderzocht moeten worden. Zij werken beter van geheel naar deel (top down).

Instructie
Dit vraagt ook om andere instructie dan die in onze huidige onderwijsmethodes staan. Als kinderen op deze andere manier hun informatie verwerken, hebben zij het moeilijk om het onderwijs op school te volgen. Veelal wordt er gedacht aan oorzaken als dyslexie, dyscalculie of andere leerstoornissen. Je ziet dit vaak bij (hoog)begaafden en/of (hoog)sensitieve kinderen, die creatief zijn in het bedenken van allerlei ideeën.(sommige van deze kinderen hebben de diagnose AD(H)D). Op school komt er niet uit wat er in zit en vaak voelen deze kinderen zich niet begrepen met alle gevolgen van dien.
Daarnaast worden er wetenschappelijke gefundeerde instructiemodellen gebruikt met het idee dat alle kinderen hiermee het beste bediend worden. De praktijk is echter weerbarstiger als de theorie.

Manieren van leren

Iedereen gebruikt hetzelfde informatieproces:

  1. informatie opnemen
  2. informatie verwerken
  3. informatie opslaan/onthouden
  4. informatie gebruiken

Per persoon verschilt de voorkeur van het opnemen, verwerken en onthouden van de informatie

  1. horen (auditief)
  2. voelen (kinetisch)
  3. denken (auditief digitaal)
  4. zien (visueel = beelddenken)

Howard Gardner is de grondlegger van de Meervoudige Intelligenties (MI). In zijn werk gaat hij ervan uit dat ieder mens meerdere talenten heeft en dat er daarom meerdere manieren zijn om intelligent te zijn, waarbij intelligentie iets zegt over de bekwaamheid om een probleem op te lossen of een resultaat aan te passen.
Gardner onderscheidt in zijn basiswerk: Frames of Mind: The Theory of Multiple Intelligences (1983) zeven intelligenties. Later (1995) heeft hij een achtste, de natuurgerichte intelligentie, toegevoegd. De negende, de existentiële intelligentie, is recent omschreven en wordt heel vaak nog niet genoemd. Vanuit deze theorie kan ieder kind zijn sterke mogelijkheden inzetten om zijn zwakkere mogelijkheden te ontwikkelen en versterken. Het vinden van een balans tussen je sterke en minder sterke kanten blijft altijd de mooiste uitdaging en levert de mooiste resultaten. 

Toetscultuur

In het onderwijs zijn veel meetmomenten ingebouwd. Kinderen moeten steeds opnieuw laten zien waartoe ze in staat zijn. Voor sommige kinderen heeft dit grote impact op hun zelfvertrouwen. Vooral als een kind het lastig heeft in de klas. Naar aanleiding van deze resultaten krijgen kinderen goedbedoeld extra begeleiding/extra instructie/meer oefenmomenten. Maar als men niet kijkt naar het proces: HOE ben je tot die resultaten gekomen, dan kan het zijn dat de extra inzet averechts werkt. Om de manier niet past. Omdat het kind zelf niet het vertrouwen heeft in zijn eigen kunnen en zich leerkrachtafhankelijk op gaat stellen. Het versterken van het vertrouwen van het kind door goed te kijken en te luisteren naar het kind is vaak de belangrijkste interventie.

Preventie door vervroegd aanbod De laatste jaren zie ik een tendens in het onderwijs, waarbij aanbod steeds eerder wordt aangeboden, ter preventie van problemen. Zoals we eerst begonnen met lezen in groep 3, moeten kleuters nu al een bepaald aantal letters/cijfers kennen. In mijn visie versterkt het echter alleen eventuele problemen. De fundering voor het leren met je hoofd (het cognitieve leren), wordt gelegd door een bepaalde mate van lichaamsbewustzijn, gevormd door ervaringen met je zintuigen en door te bewegen. Daar ligt de basis. De bewegingen en zintuiglijke ervaringen zorgen voor neurologische verbindingen in het hoofd die als basis dienen. Als die fundering niet is aangelegd, moeten kinderen bij nieuwe vaardigheden gaan compenseren en vaak zakt het weer weg. Ook concentratie, planning en bijvoorbeeld focus, belangrijke bouwstenen bij het schoolse leren, worden gelegd door bewegen en ervaringen van je zintuigen. Door de verarming van deze ervaringen in de tijd van nu, waarbij kinderen veelal zittend en digitaal aanbod verwerken,z ie je steeds meer leeruitdagingen ontstaan die er niet hoeven zijn. En als je dan de fase van veel spelen, bewegen en zintuiglijk aanbod vermindert, door alvast letters en cijfers aan te bieden, dan werkt de ingezette preventie juist problemen in de hand. In mijn begeleiding observeer ik veel om in kaart te brengen in hoeverre de fundering rijp genoeg is om op te bouwen of dat de fundering nog versterkt moet worden.

Motivatie

Dit is de drijvende motor achter beweging en groei. Verwondering is er een. Maar ook persoonlijke interesses zijn hierbij belangrijk. Als een kind gedreven wordt door vragen, interesses en zich verwondert, dan komt de ontwikkeling in een stroomversnelling terecht. Leren blijkt dan zelfs leuk te zijn!! Begeleiding In mijn begeleiding kijk ik naar je kind. Door open en nieuwsgierig te kijken en me te verwonderen, breng ik samen met je kind zijn/haar talenten, kwaliteiten en mogelijkheden in kaart. Vervolgens kijk ik naar zaken die het kind zouden kunnen belemmeren. Als deze belemmeringen ondersteuning krijgen en indien nodig geaccepteerd worden, staat de weg vrij om uit te gaan van de unieke mogelijkheden van je kind. Zo kan je kind zijn/haar ontwikkeling weer op gang krijgen en voelt en ervaart je kind dat hij/zij het WEL kan!